-
1 een probleem oplossen
ein Problem lösen -
2 een probleem klassiek oplossen
een probleem klassiek oplossenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een probleem klassiek oplossen
-
3 oplossen
1 [in een vloeistof opgaan] dissolve♦voorbeelden:de mist loste zich op • the fog dispersed/dissolveddie vlekken lossen op als sneeuw voor de zon • those stains will vanish in no time1 [het gevraagde uit de gegevens afleiden] solve2 [tot een bevredigend einde brengen] (re)solve3 [scheikunde, natuurkunde] dissolve♦voorbeelden:1 een wiskundig vraagstuk/puzzel oplossen • solve a mathematical problem/puzzle2 dit zou het probleem moeten oplossen • this should settle/solve the problemdat probleem lost zich vanzelf op • that problem will (re)solve itselfafdoende oplossen • solve conclusivelyiets oplossen door met elkaar te praten • talk/work something outdat lost niets op • that won't solve anythingIV 〈wederkerend werkwoord; zich oplossen〉1 [zich opsplitsen] resolve♦voorbeelden:1 zich oplossen in de grote menigte • get lost/vanish in the crowd -
4 oplossen
1 [in een vloeistof opgaan] se dissoudre2 [verdwijnen] disparaître♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [het gevraagde uit de gegevens afleiden; tot een bevredigend einde brengen] résoudre 〈 ook muziek〉2 [schikken, regelen] régler3 [scheikunde, natuurkunde][laten reageren] (faire) dissoudre♦voorbeelden:een wiskundig vraagstuk oplossen • résoudre un problème mathématiquedat probleem lost zich vanzelf op • ce problème se résout tout seul2 dat lost niets op! • ce n'est pas une solution!III 〈wederkerend werkwoord; zich oplossen〉1 [zich opsplitsen] se dissoudre2 [m.b.t. samenscholing] se disperser -
5 Frage
Frage〈v.; Frage, Fragen〉2 vraag(stuk) ⇒ kwestie, probleem♦voorbeelden:was soll diese Frage? • dat spreekt toch vanzelf!Fragen über Fragen stellen • de ene vraag na de andere stelleneine Frage zum Inhalt • een vraag naar de inhoudeine Frage klären • een probleem oplossendas ist hier die Frage • daar gaat het omes erhebt sich die Frage, ob … • de vraag rijst, of …in Frage kommen • in aanmerking komen〈 informeel〉 das kommt nicht in Frage! • (daar is) geen sprake van!etwas in Frage stellen • iets in twijfel trekkenalles wird dadurch in Frage gestellt • alles komt daardoor op losse schroeven te staanohne Frage • zonder twijfel -
6 zuführen
zuführen1 leiden, lopen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 aanvoeren, brengen ⇒ bezorgen, leveren♦voorbeelden:jemandem künstliche Nahrung zuführen • iemand kunstmatig voedenGelder einem wohltätigen Zweck zuführen • gelden aan een goed doel doen toekomen -
7 figure out a problem
-
8 figure out
nadenken; begrijpenfigure out1 berekenen ⇒ becijferen, uitwerken♦voorbeelden:figure out a problem • een probleem oplossen -
9 eine Frage einer Lösung zuführen
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > eine Frage einer Lösung zuführen
-
10 eine Frage klären
-
11 algorithm
n. algorithme; manier van berekenen; een aantal nauwkeurig omschreven regels voor het oplossen van een probleem op een efficiente manier (in computers)[ ælgəriðm] 〈bijvoeglijk naamwoord: algorithmic〉 -
12 klassiek
1 [met betrekking tot de Griekse/Romeinse Oudheid] classical2 [voorbeeldig in zijn soort] classic♦voorbeelden:de klassieke Oudheid • classical antiquitydie film/dat boek is nu klassiek • that film/book has become a classicII 〈 bijvoeglijk naamwoord, bijwoord〉♦voorbeelden:klassieke meubelen • period furnitureklassieke muziek • classical musiceen probleem klassiek oplossen • solve a problem in a traditional way -
13 solution
-
14 lösen
lösen5 lossen, afvuren♦voorbeelden:Alkohol löst die Zunge • alcohol maakt de tong losdie Tapete von der Wand lösen • het behang van de muur afhalen3 einen Vertrag lösen • een contract, verdrag ontbinden, annuleren4 eine Fahrkarte lösen • een kaartje kopen, nemen5 einen Schuss lösen • een schot lossen, afvuren1 loslaten, -gaan ⇒ loskomen, -raken♦voorbeelden:2 sich von einem Gedanken lösen • een gedachte loslaten, van zich afzetten -
15 get out
weggaan, naar buiten gaanget out2 naar buiten gaan ⇒ weggaan, eruit komen3 ontkomen ⇒ maken dat je weg komt, ontsnappenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 eruit halen/krijgen 〈 splinter, vlekken enz.; ook figuurlijk〉2 uitbrengen ⇒ op de markt brengen, publiceren♦voorbeelden: -
16 riddle
n. raadsel; probleem; zeef--------v. ziften; doorzéven, doorborenriddle1[ ridl] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:he's good at solving riddles • hij is goed in het oplossen van raadseltjes————————riddle2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:2 riddle the grate • het rooster/de kachel schudden -
17 klären
klärenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 klaar, zuiver worden, opklaren2 〈 figuurlijk〉opgehelderd, duidelijk worden♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Нидерландский
- Французский